Rinus Kiel over Bijbel, cultuur en wetenschap Reageren? Zie home-page
====================================================== |
(Bijbel en theologie / Uittocht, intocht) Mozes en de farao's die bij onderdrukking, uittocht en intocht betrokken waren Nieuw 31/03/2010 - laatste wijziging 02/06/2011
We maken nu een zijsprong naar de Egyptische geschiedenis, omdat we die straks nodig hebben om vast te stellen wie de farao’s van de uittocht en van de intocht waren. Op pagina Uittocht, intocht onderaan, hebben we vastgesteld wat de datum van de uittocht uit Egypte is, waaruit blijkt dat een hele serie gebeurtenissen rond die datum zich gemakkelijk voegen in de geschiedenis van Mozes en de exodus van Israël uit Egypte. Ik voeg dit gedeelte toe,
om te laten zien, hoe alle gebeurtenissen rond uittocht en intocht hecht in de
historie verankerd zijn. Voor de Egyptische dynastieën volg ik de zgn. ‘lage
chronologie’, wat wil zeggen dat deze dynastieën minder lang geleden regeerden
dan wij voorheen dachten. Deze ‘lage chronologie’ wordt door een meerderheid van
de huidige Egyptologen gehanteerd, en is verdedigd door dr. K.A. Kitchen in
Göteborg 1987. In de onderstaande tabel zijn gegevens van alle farao’s
opgenomen, voor zover zij betrekking hebben op Israël en Mozes: Zie ook
In het volgende schema een duidelijker overzicht van Mozes' plaats in de 18e dynastie en de synchroniteit van intocht, Jozua's veldtochten, de crisis in Egypte's godsdienst en de Amarna-brieven:
Zie ook:
Opmerkingen: 1. Mozes zal zijn Nubische vrouw in Egypte hebben achtergelaten, als hij naar Midian vlucht. Omdat hij aangenomen zal hebben, dat zijn leven als Egyptische kroonprins en veldheer, en zijn huwelijk met de Nubische prinses, een afgesloten periode in zijn leven waren, is hij getrouwd met een dochter van de priester Jetro, Sippora. Onderweg naar Egypte stuurt Mozes zijn vrouw Sippora met zijn zonen terug naar haar vader. In Egypte aangekomen, zal hij zijn eerste vrouw hebben ontmoet en bij de exodus is zij met Mozes meegegaan. Bij de Horeb komt Jetro met Mozes’ vrouw en zijn zonen hem bezoeken, en geeft hem goede raad. Na enige tijd vertrekt Jetro weer naar huis. Sippora en haar zonen zijn kennelijk met Mozes en de Israëlieten mee door de woestijn getrokken, want de zonen komen we later in de Bijbel tegen. Mozes’ oudste zus, Mirjam, blijkt zich te ergeren aan Mozes’ Nubische vrouw (Numeri 12:1 Ethiopisch = Nubisch). Die was kennelijk meegegaan met de exodus. Wat de status van Sippora was, weten we niet. 2. De opvolging van farao’s, zoals in de tabel aangegeven, is de enige in de Egyptische geschiedenis, die voldoet aan alle eisen: a. De prinses/regentes Hatsjepsoet die Mozes vond, komt kort daarna solo aan de regering en is een buitengewoon krachtige en bekwame regeerder; zij is dus voor Mozes een uitstekende beschermvrouw. Mozes heeft voldoende gelegenheid om zich te bekwamen in de krijgskunst en ‘alle wijsheid van Egypte’. Waarschijnlijk is hem de waardigheid van kroonprins toegevallen. Volgens Josephus was hij legerleider en heeft een beroemde tocht naar Nubië gemaakt. b. Farao Thoetmoses III zet de onderdrukking en de slavenarbeid van het volk Israël voort. Hij ziet Mozes waarschijnlijk als een lastige rivaal. Als Mozes tijdens zijn regering (geruime tijd na de dood van zijn beschermster Hatsjepsoet) een Egyptische opzichter vermoordt, ducht hij terecht de wraak van de wrede farao, die Mozes’ dood beslist niet zal betreuren. c. Na Mozes’ vlucht (op ± 40-jarige leeftijd) regeert Thoetmoses III nog 15 jaar. Mozes blijft ook de eerste 24 jaar van de regering van Amenhotep II nog in Midian. Dan zijn ook alle hovelingen en dienaars, die nog iets van Mozes kunnen weten, gestorven. Nu kan Mozes terug. Mozes’ kleding, die in niets meer lijkt op die van een kroonprins of generaal, en zijn leeftijd van 80 jaar, zullen mede geholpen hebben om herkenning te voorkomen. 3. Amenhotep II komt om in de Schelfzee, en zijn lijk zal gezocht en gevonden zijn. Egyptenaren achtten balseming heilig, ze namen soms mobiele balseminrichtingen mee op hun veldtochten. In zijn sarcofaag ligt zijn boog, waarvan hij pochte dat alleen hij die kon spannen, in tweeën gezaagd(!) naast hem. Zijn tombe is maar zeer gedeeltelijk afgewerkt. De sarcofaag staat in een entreegedeelte boven de eigenlijke, nog onafgewerkte grafkamer. Zijn dood was kennelijk onverwacht. Niet zijn oudste zoon volgt hem op, die kwam om in de 10e plaag, maar zijn tweede, aan wie dat in een door hem opgetekende droom is voorzegd. Hij regeert onder de naam Thoetmoses IV. 4. De opvolgende farao’s zijn zwak en presteren op militair gebied weinig of niets. Het verlies van de hele strijdmacht is hard aangekomen. Amenhotep III laat zijn vazallen in Kanaän vergeefs om hulp smeken. Hij reageert niet. Verschillende van de zgn. ‘Amarna-brieven’ bevatten berichten, smeekbeden en beschuldigingen aan koningen, die gemene zaak maken met de ‘Habiroe’, waarmee in dit geval ook, en misschien wel uitsluitend, de binnentrekkende Israëlieten worden bedoeld.
5.
Amenhotep IV (Achnaton) zweert de goden van Egypte af, die door
de God van Israël zo opvallend vernederd waren, en begint een nieuwe godsdienst
met een nieuwe oppergod, de zonneschijf Aton; hij neemt afstand tot de priesters
en sticht een nieuwe hoofdstad, Achet-Aton. Onder zijn bewind en dat van enkele
opvolgers, o.a. Toetanchamon, is het rustig in Kanaän en kan Israël zijn
veroveringstochten afronden. Egypte’s militaire macht is minimaal. 6. Uiteraard is in de officiële Egyptische kronieken niets te lezen over een farao die verdrinkt met zijn hele leger bij het achtervolgen van een gevlucht slavenvolk. Dit viel buiten hun paradigma, en is dus niet gebeurd. Door sommigen wordt een document dat in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden wordt bewaard onder nr. I 344, de zgn. ‘Admonitions of Ipuwer’, gezien als een buiten-Bijbels verslag van de tien plagen. Maar hoewel er wel overeenkomsten zijn, zijn de verschillen té opvallend om aan te nemen dat het over dezelfde gebeurtenissen gaat. Het document is moeilijk wetenschappelijk te dateren, hoewel sommigen het plaatsen in tijden ver voor de exodus. We doen er m.i. goed aan, om er niet te veel waarde aan te hechten. Die oude culturen waren echt niet geïnteresseerd in nederlagen of vernietigende rampen. Hun koning of farao overwon altijd en overal alle moeilijkheden. |