Rinus Kiel over Bijbel, cultuur en wetenschap Reageren? Zie home-page
====================================================== |
(Denken en wetenschap in onze cultuur / Wortels vh westerse denken) Het Joodse denken Nieuw 14/03/2002
Het Joodse denken is, in tegenstelling tot het Griekse, niet een zuiver abstract denken, maar een praktische intellectuele inspanning, gericht op het leven in al zijn aspecten. De grond van dat denken ligt niet in de mens zelf, in het menselijk denken zelf, zoals Descartes het indertijd stelde: “Cogito, ergo sum” (Ik denk, dus besta ik), maar die ligt buiten de mens. Die bron is de zelf-openbaring van de ene God, Schepper van hemel en aarde. De belangrijkste momenten van dat spreken van God vinden we in de boeken van de Bijbel. Daarbij stonden mensen aan de ontvangende, de luisterende kant. Het is dus niet zo, dat alle spreken over boven van beneden komt (zelfs als wij denken dat het van boven komt), zoals hedendaagse theologen ons in de oren toeteren. De Bijbel houdt met kracht staande dat wij alleen over boven kunnen spreken als boven eerst zelf spreekt. En dat dat inderdaad gebeurde en nog gebeurt, is het eenparig getuigenis van velen, zowel Joden als christenen, niet alleen toen, maar ook nu nog steeds. Waar God dan dus, via zijn vertegenwoordigers de profeten, en nog volkomener via zijn eigen Zoon, zijn grote afgezant Jezus, heeft gesproken, daar is de mens de wet gesteld. De basisvragen zijn beantwoord, de richting is gewezen, het waarom en hoe van het leven heeft nu vaste grond. Wij behoeven dat wiel niet meer opnieuw uit te vinden. Dat spreken van God in zijn wetten en inzettingen is allereerst gehoord door het volk Israël en zijn voorouders, Abraham, Izaäk en Jacob. Aan de herdersvorst Abraham had Hij indertijd drie dingen beloofd: a)
Ik zal u tot een groot volk maken. b)
Ik zal u het land tot een eeuwigdurend bezit geven. c)
Met u zullen alle geslachten op de aarde gezegend worden. Deze beloften vormen het kader waarbinnen Israël leefde, en nog steeds leeft. Om dat spreken heen en vanuit dat spreken is die natie opgebouwd. De basis voor de hele sociale en maatschappelijke structuur was in principe in die inzettingen gegeven. Denk bv. aan de wetten voor de vreemdelingen, de wetten ter voorkoming van armoede, zoals het sabbatsjaar en het jubeljaar. Maar ook de morele, de zedelijke structuur, de wetten voor huwelijk en samenleving. En de religieuze structuur. De hele tempeldienst verwees naar de menselijke zonden en tekorten en hoe God daarover verzoening deed, zodat de communicatie met Hem op gang zou blijven, en zijn zegen hen zou kunnen bereiken. Het in gehoorzaamheid uitbouwen en onderhouden van die inzettingen zou van Israël een volk maken dat de wereld ten voorbeeld zou zijn in alle aspecten. Mozes spreekt daarover uitgebreid in zijn grote rede, gehouden aan de grenzen van het land dat zij in bezit zouden gaan nemen. Wij vinden die rede in het boek Deuteronomium. Hij zegt daar o.a.: “De HEER zal u altijd de eerste plaats laten bekleden en nooit de laatste. U zult iedereen voorbijstreven en nooit achteropraken, als u de geboden van de HEER, uw God, gehoorzaamt en ze strikt naleeft” (Deuteronomium 28:13). Maar, zoals we al eerder zagen, zo is het helaas niet gebeurd. Israëls geschiedenis is een geschiedenis van afval en terugkeer, telkens weer. Mozes had dat indertijd wel scherp gezien. Maar toch zijn er perioden geweest, wanneer het volk en zijn leiders begonnen Gods inzettingen weer te onderhouden en Hem alleen te dienen, dat er iets en soms veel van de beloften van God zijn gerealiseerd. En we denken dan aan de eerste generatie na Jozua, de tijd van David en Salomo, de oplevingen onder Hizkia en Josia. Omdat God gesproken had, behoefde het volk Israël niet te gaan zoeken naar de bronnen van zijn kennen, die waren gegeven. Ook was het niet nodig om te gaan zoeken naar de wetten voor een rechtvaardige samenleving. Ook die waren in principe gegeven. Nog minder moest het zich bezig houden met epistemologische vraagstukken, want in de Bijbel hadden zij het antwoord reeds: Gods plan voor mens en kosmos wordt, mede door dit volk, op deze aarde in de mensengeschiedenis gerealiseerd. Alle elementen zijn daar, en met elkaar in evenwicht (zie de figuur op deze pagina). Om die reden heeft dit volk zijn energie kunnen wijden aan het toepassen en het uitwerken van wat reeds voorgegeven was. En daarin zijn zij ware meesters gebleken. En deze denkwijze, deze levenswijze, deze wereldbeschouwing zo men wil, kwam met de verkondiging van het evangelie van Jezus’ opstanding de Europese wereld binnen. En stuitte daar op een geheel andere denk- en leefwijze: de Griekse, die door de Romeinse wereld was geabsorbeerd en aangepast. Overigens was dit niet de eerste confrontatie met de Griekse denkwereld. In de laatste eeuwen voor onze jaartelling was er de confrontatie met het toenmalige hellenisme, geconcentreerd in de Egyptische stad Alexandrië. En het grote monument van deze ontmoeting hebben wij nog steeds: de Griekse vertaling van het oude testament, de zgn. “Septuagint” (vertaling van de zeventig). Hieronder een overzicht hoe de (ontdekking van de) realiteit er vanuit de Bijbel uit ziet.
|