Rinus Kiel over Bijbel, cultuur en wetenschap Reageren? Zie home-page
====================================================== |
(Denken en wetenschap in onze cultuur / De 18e/19e eeuw) Een overgangstijd Nieuw 14/03/2002
Het denken in de 19e eeuw kenmerkt zich door een toenemende verscheidenheid. Meer en meer wordt duidelijk wat het betekent, dat de Europese eenheidscultuur verleden tijd is geworden. En er is geen nieuwe leidende wereldbeschouwing voor in de plaats gekomen. De christelijke leiders hadden het zo druk met hun eigen werkelijke of vermeende problemen, dat het aspect van het denken er vrijwel geheel bij inschoot. Dat alles uit zich in een toenemende verbrokkeling. Hegel had de notie van strijd in de cultuur ingebracht. En Hegels autoriteit leidde er toe, dat geen enkele 19e eeuwe denker om hem heen kon. Je was voor of tegen Hegel. Diegenen die in zijn trant verder dachten, noemen we de 'Idealisten'. Niet omdat het idealisten waren, verre van dat, maar omdat zij de nadruk legden op de 'Idee' (het Absolute, het geheel) tegenover de aparte dingen, de objecten, de details. In toenemende mate werden in het laatste kwart van de 18e eeuw, begin 19e eeuw de gevolgen zichtbaar van het bewust loslaten van Bijbelse noties in denken en cultuur. Hegels idee van strijd begon een steeds groter rol te spelen. Strijd op allerlei gebied: op het gebied van de economie, van de biologie (strijd om het bestaan), van de samenleving (recht van de sterkste). Aan de andere kant waren er mensen die nog min of meer werkten vanuit Bijbelse noties, zoals de moderne wetenschap ook begonnen was. We illustreren dat in het kort aan twee personen, nl. Cuvier en Malthus. Zie volgende paragraaf. |